Fusarium is een gevaarlijke en veel voorkomende plantenziekte. De veroorzakers van de ziekte verzadigen het graan met mycotoxinen, waardoor het ongeschikt en zelfs gevaarlijk is als het wordt geconsumeerd als voedsel of als diervoeder.
Een ziekte kan verschillende delen van een plant in verschillende stadia van zijn ontwikkeling aantasten. Spike-infecties komen meestal voor bij warm, vochtig weer, wanneer de luchttemperatuur hoger is dan + 20 ° C. Verzwakte planten worden bijzonder gemakkelijk aangetast.
Graan besmet met Fusarium-infectie heeft een karakteristieke lichtgroen-grijze kleur met rozerode vlekken. In sommige gevallen ziet het graan er misschien gezond uit. Met een latente infectie ziet het er normaal uit, maar laboratoriumtests onthullen myceliumpathogenen in het endosperm. Onder dergelijke omstandigheden krijgt het graan geleidelijk een roze tint, verliest het zijn glans aan het oppervlak en wordt het nietig.De aanwezigheid van gifstoffen in het graan kan niet worden bepaald zonder laboratoriumapparatuur. Schadelijke stoffen bij de verwerking van graan vallen in meel en producten daaruit. Wetenschappers hebben bewezen dat bij de bereiding van brood uit Fusarium-graan het gehalte aan mycotoxinen niet alleen niet afneemt, maar ook kan toenemen in interactie met gist.
Bij mensen komt vergiftiging met producten met mycotoxinen tot uiting in braken en schade aan het centrale zenuwstelsel. Varkens die met besmette granen worden gevoed, verminderen de voortplantingsfunctie, verliezen gewicht en weigeren te eten. Bij vogels veroorzaakt Fusarium-graan ulceratieve stomatitis, epidermale necrose, schade aan inwendige organen en verminderde productiviteit. Vogels beginnen dergelijk voedsel te weigeren. Fusarium kan worden bestreden door middel van fungiciden.