Veranderingen in de weersomstandigheden veroorzaakten in 2019 opnieuw grote schade aan de Europese tuinbouwsector. De grootste producerende landen kregen in de zomermaanden te maken met extreme weersomstandigheden, wat in sommige regio's tot lagere opbrengsten leidde.
Een recent rapport van het Europees Milieuagentschap (EER) voorspelt dat klimaatverandering de waarde van de Europese landbouwsector tegen 2050 met 16% zal verminderen als gevolg van droogte en toegenomen regenval.
Volgens het rapport zet de klimaatverandering de hele land- en tuinbouwsector in de EU op zijn kop.
De opbrengsten in de mediterrane landen zullen naar verwachting dalen (met meer dan 80% tegen 2100), terwijl de groeiperioden in de regio's in Noord- en West-Europa langer zullen worden en de voorwaarden voor uitbreiding van de teelt gunstiger zullen worden.
Droge periodes komen vaker voor in het voorjaar en de zomer, vooral in de Middellandse Zee, terwijl de waarde van landbouwgrond in West-Europa in Scandinavië en de Baltische landen met 8% of zelfs een hoger percentage zal toenemen.
In de zomermaanden 2017, 2018 en 2019. een deel van Europa kampte met waterschaarste en droogte, terwijl een ander deel overstromingen moest doorstaan.
In heel Europa hadden hoge temperaturen een negatieve invloed op de teelt van zomergewassen. Hoge dagtemperaturen en het gebrek aan voldoende water hadden een negatieve invloed op de bestuiving. Hoge nachttemperaturen verminderden de dagelijkse accumulatie van biomassa, waardoor het productiepotentieel afnam.
Deze zomer zijn er minimaal drie hittegolven opgetekend: de luchttemperatuur steeg boven de 40 ° C in het centrum en in Noord-Frankrijk, in de Benelux, Noordwest-Duitsland en sommige delen van het Iberisch schiereiland.